Het eerste boek over arbitrage én bindend advies

Begin december 2023 verscheen het boek Arbitrage en bindend advies als onderdeel van de Asser-serie Procesrecht. Gerard Meijer en Pauline Ernste zijn de auteurs. Ze vertellen over hun samenwerking, hun keuze om de onderwerpen geïntegreerd te behandelen en over de samenwerking tussen het NAI en het CPO.

Wat was de aanleiding voor het nieuwe Asser-deel ‘Arbitrage en bindend advies’?

Meijer: “Oorspronkelijk zou ik alleen een boek over arbitrage schrijven. Een bewerking van het boek van professor Piet Sanders, de grondlegger van arbitrage in Nederland. Ik had al meegewerkt aan zijn boek over arbitrage, daarna heeft hij mij gevraagd of ik de volgende druk van zijn boek wilde bewerken. Toen kreeg ik ook de vraag of ik uit de Asser-serie het deel over arbitrage wilde bewerken. Ik werkte toen nauw samen met Pauline Ernste. Zij was gepromoveerd op het onderwerp bindend advies, ik op het onderwerp arbitrage. Zo ontstond het idee om arbitrage en bindend advies te combineren. Dit maakt het boek ook bijzonder. Het is de eerste keer dat de onderwerpen arbitrage en bindend advies geïntegreerd worden behandeld in een boek. In de praktijk liggen deze onderwerpen ook dicht tegen elkaar aan, een heel logische combinatie dus. Het uitgangspunt voor het boek is overigens wel het boek van Sanders, dat ik zou bewerken, over arbitrage geweest. Daarom is ook zijn naam op het boek gekomen als auteur. Het is geschreven door Sanders, Meijer en Ernste. Sanders is inmiddels overleden, het boek is een mooi eerbetoon aan deze bijzondere man.”

Ernste: “Sanders heeft eerder al aangegeven dat er een monografie over bindend advies zou moeten komen. Lange tijd was alleen een dissertatie van Van Ittersum uit 1927 beschikbaar over bindend advies. Mijn proefschrift uit 2012 heeft Sanders net niet meer kunnen lezen. Het is wat dat betreft inderdaad bijzonder dat mede onder zijn naam deze onderwerpen nu geïntegreerd worden behandeld in dit boek.”

 

Op welke manier hebben jullie de onderwerpen arbitrage en bindend advies geïntegreerd behandeld?

Ernste: “We laten de verschillen en de overeenkomsten zien. Een verschil is bijvoorbeeld dat arbitrage in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is geregeld, maar dat voor bindend advies een wettelijke regeling daarin ontbreekt. Daarmee is bindend advies informeler en meer flexibel. Dat is ook een reden waarom men in de praktijk vaak kiest voor bindend advies. Maar het feit dat een wettelijke regeling ontbreekt, kan juist ook weer tot problemen leiden tussen partijen als zij er niet uitkomen. Dan zie je vaak dat gekeken wordt naar de regeling voor arbitrage. Door de geïntegreerde behandeling kunnen we de verschillen mooi laten zien. Ook wat betreft de tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis en een bindend advies bestaat bijvoorbeeld een verschil. Voor arbitrage is daarvoor een wettelijke regeling en kun je een beroep doen op het verdrag van New York waarmee je het vonnis wereldwijd ten uitvoer kunt laten leggen. Bij bindend advies is dat er niet. Dan moet je eerst een dagvaardingsprocedure starten waarin je nakoming vordert van de uit het bindend advies voortvloeiende verplichtingen.”

Meijer: “Doordat we de verschillen laten zien, worden op zichzelf staande onderwerpen ook weer duidelijker. Dan zie je opeens het voordeel van iets. Maar je ziet ook aanknopingspunten uit de andere procedure. In de praktijk komt het veel voor dat degenen die arbitrage doen, zich ook bezighouden met bindend advies, en andersom. Wat dat betreft is het voor de praktijkbeoefenaar, maar ook voor de student zeer nuttig om beide onderwerpen bij elkaar te zien. We hebben het boek ook echt samen geschreven. Het is dus niet zo dat Pauline de teksten over bindend advies heeft geschreven en ik die over arbitrage. Vanuit onze expertises konden we alle onderwerpen juist goed samenbrengen en gezamenlijk behandelen.”

In de praktijk wordt steeds meer gebruik gemaakt van arbitrage en bindend advies. Hoe komt dat?

Ernste: “Dat past bij de tendens dat partijen steeds meer voor maatwerk kiezen. Men wil invloed hebben op de personen die een geschil beslechten en op de wijze waarop die procedure wordt vormgegeven. En contractspartijen zien ook andere voordelen van arbitrage en bindend advies: deskundigheid van de arbiters, vertrouwelijkheid, en het feit dat je een arbitraal vonnis door het Verdrag van New York in meer dan 170 landen eenvoudig ten uitvoer kunt leggen. In geschillencommissies voor consumentenzaken wordt vaak gebruik gemaakt van bindend advies. De informele procedure is hiervan de achtergrond. In de recent aangenomen nieuwe Pensioenwet is ook weer vastgelegd dat geschillen rondom die wet niet worden beslecht door de rechter, maar door een speciaal daarvoor op te richten geschillencommissie die geschillen gaat beslechten bij bindend advies. Daarmee wordt de rechtspraak ontlast.”

Meijer: “We zien ook contracten waarin beide vormen terugkomen. Partijen kiezen dan voor geschilbeslechting via arbitrage, maar voor heel specifieke onderwerpen zoals het bepalen van de koopprijs van aandelen spreken ze bindend advies af. Dat kan ook. De geïntegreerde behandeling van beide onderwerpen in één boek sluit daar mooi op aan. Overigens zie je ook dat termen soms door elkaar worden gebruikt. Dan komen partijen bindend advies overeen maar staat in het contract een tekst over wat de arbiters zullen doen. En andersom komt ook voor: partijen spreken arbitrage af en hebben het over de bindend adviseurs. In die gevallen moet je de clausule gaan uitleggen aan de hand van Haviltex.”

Kunnen jullie meer vertellen over de samenwerking tussen het Nederlands Arbitrage Instituut, het NAI, en het CPO?

Meijer: “Arbitrage en bindend advies zijn private vormen van geschilbeslechting. Het is daarom van belang dat aan de opleiding van arbiters aandacht wordt besteed. Het NAI heeft hier al langere tijd aandacht voor. Sinds een jaar biedt het NAI verschillende cursussen aan in samenwerking met het CPO: een basiscursus arbitrage en bindend advies en een cursus vonnis schrijven. Er komt nog een cursus zittingsvaardigheden. Het is een mooi volwaardig opleidingsaanbod op het gebied van arbitrage en bindend advies waaraan het CPO een belangrijke bijdrage levert.”

Ernste: “De NAI organiseert ook nog de secretariscursus. Die is specifiek ontwikkeld voor secretarissen die de scheidsgerechten en bindend adviseurs ondersteunen. Het is goed dat deze opleidingen er zijn. Daarmee wordt de kwaliteit van arbitrage en bindend advies via het NAI mede gewaarborgd.”

Gerard Meijer is hoogleraar Arbitration & Dispute Resolution aan de Erasmus School of Law en advocaat bij Linklaters. Ook is hij voorzitter van het Nederlands Arbitrage Instituut (NAI).

Pauline Ernste is CPO-hoogleraar Geschilbeslechting in de (inter)nationale rechtspraktijk aan de Radboud Universiteit.

Houd me op de hoogte

Blijf op de hoogte en ontvang informatiemails over nieuwe cursussen en inspirerende columns & kennisclips op uw vakgebied.

Aanmelden